Woensdag 20 uur: ‘hee mam met mij, we
zijn toch maar niet naar het stadje gegaan want ik heb net weer een
Kayleigh-actie gemaakt hoor. Ik struikelde en verzwikte m’n voet door die St.
Oliver schoenen die ik heb meegenomen, dus ik loop een beetje mank hahaahaaaa.
Ja alles gaat verder goed hier, we hebben hier maar een borrel genomen en wat
ijs erop. Prima!’
Donderdag 9 uur: ‘Het gaat toch niet
echt beter met m’n voet. Hij is vannacht nog echt opgezwollen dus Manon is nog
even ijs voor me halen. Nee een dokter is niet nodig joh, het is alleen een
beetje blauw’
Donderdag 10 uur: ‘Mam je moet me
helpen. Manon had toch een dokter gehaald, omdat ze het niet vertrouwde en die
spreekt helemaal geen Engels ik begrijp alleen het woord ‘ambulance’ en ‘hospital’.
Wat moet ik nu doen?’
Donderdag 11 uur: ‘Ja ik ben in het
ziekenhuis en er is net een arts bij geweest en die zegt dat het gebroken is,
ze gaan zometeen even foto’s maken.’
Donderdag 12 uur: ‘Ik heb alledrie de
botten in mijn voet gebroken, dus krijg gips. Ze gaan nu alleen nog even voor
de zekerheid kijken hoe gecompliceerd de breuk is.’
Donderdag 13 uur: ‘Mam, het is niet
goed. Omdat ik er gisterenavond nog op heb gelopen zijn m’n botten een beetje
verschoven (voor zover ik dat kan begrijpen van de arts) en hij denkt dat ik
geopereerd moet worden. Ik krijg nog even een MRI zodat ze het 100% zeker
weten.’
Donderdag 14 uur: ‘Alleen gips is niet
voldoende. Als ik ga vliegen zonder operatie kan ik een embolie krijgen en dat
is levensgevaarlijk. Ik heb dus geen andere keus, fuck. Ze gaan pinnen in m’n
voet maken zodat m’n botten normaal terug kunnen groeien. Ik ben fucking bang.’
Donderdag 18 uur: ‘Ik ben nog suf van
de narcose, maar wil alleen even een teken geven van leven. Alles is goed
gegaan.’
Wat begon als een prachtige vakantie liep uit
in een regelrechte hel. Ik was zo toe aan wat rust en ik had echt hard gewerkt
voordat ik eindelijk kon gaan ontspannen. Pas een week van te voren werd
duidelijk dat ik ook echt op vakantie zou gaan en een paar dagen van te voren
heb ik toch vakantie geboekt met een vriendinnetje. Een last-minute
allinclusive heerlijk naar Turkije, Bodrum. De eerste twee dagen genoten we
volop van de 45 graden aan het strand, maar daarna liep het totaal anders.
Ik kwam in het ziekenhuis terecht. Tot
overmaat van ramp niet zomaar een ziekenhuis, maar een Turks ziekenhuis. Ik
viel van de ene verbazing in de andere en besefte me echt dat we als
Nederlanders in onze handen mogen klappen met onze gezondheidszorg.
Ik had nog nooit iets gebroken en was ook nog
nooit geopereerd. Altijd heb ik een fobie gehad voor ziekenhuizen en probeer
daar dus ook altijd zo lang mogelijk weg te blijven.
Inmiddels heb ik het allemaal meegemaakt. Ik
werd door vier Turkse mannen op de brancard getild en alle trappen in het hotel
afgedragen. Vervolgens leggen ze je achterin een ambulance en rijden ze met 140
kilometer per uur over alle Turkse zandweggetjes. Spookrijden is eerder regel
dan uitzondering en als je voorrang wil dan toeter je gewoon. De gillende sirenes
zorgen ervoor dat ik alleen maar panikeerde omdat ik geen idee had wat er aan
de hand was. Ik riep maar: ‘Manon zeg dat ze die fucking sirene uitdoen! Ik heb
een fucking verzwikte voet, ik ga niet dood! Doe er gewoon een verbandje
omheen, jezus zeg wat een drama!’. De Turken begrepen mij ook niet, maar
telkens bij het woordje ‘fucking’ kreeg ik een hoop boze blikken toegespeeld.
In het ziekenhuis ging alles vet snel en ik
kan me niet veel herinneren. Ik weet alleen nog een hele hoop telefoontjes naar
de verzekering in Nederland en naar m’n ouders. Ook weet ik nog dat ik nog
nooit zo bang ben geweest als toen op dat moment. Huilen doe ik bijna nooit,
maar ze konden in het ziekenhuis de vloer dweilen vanwege mijn angsttranen.
Mijn bloeddruk was gevaarlijk hoog en de dokter vond mij agressief, waardoor
hij alleen met mijn vriendinnetje communiceerde.
Al met al verliep de operatie goed en ik moest
twee dagen blijven. Ik lag alleen op een kamer en verveelde me te pletter, maar
had nergens zin in. De dokter zei dat de breuk minder was dan hij had gedacht
en ik kreeg wurgneigingen.
Na een helse nacht vol pijn en zonder slaap,
maar met een hoop injecties werd de tweede dag erger. Volledig uitgeput kwam de
Poolse vertaalster in het Engels vertellen dat de kliniek vol zat en er dus een
kind bij mij op de kamer kwam. Typisch een momentje van ‘als je denkt dat het
niet erger kan’. De details over het kind zal ik besparen, behalve dat het zo
te zien de waterpokken had en niemand in het ziekenhuis zich had bedacht om te
vragen of ik of mijn vriendinnetje die al hadden gehad.
De twee dagen na mijn operatie kreeg ik een
hoop tijd om na te denken en ik kreeg wat Dalai Lama inzicht momentjes. Toen ik
daar in het ziekenhuis lag, voelde ik me ontzettend alleen. Mijn vriendinnetje
was de hele dag bij me, maar toch voelde ik me eenzaam. Ineens vroeg ik me af
wie er mee zou zitten als ik er niet meer zou zijn. Een hele deprimerende
gedachte, maar toch kwam ie naar boven. Het besef dat er geen man in m’n leven
was, werd groot. Geen partner die de hele tijd aan je denkt, niemand die zegt:
‘alles komt goed schatje’ en geen speciaal persoon. De steun die ik kreeg
terwijl ik daar lag was verrassend, begrijp me niet verkeerd. Ik kreeg
ontzettend veel berichtjes van mensen waar ik het niet van had verwacht
(uiteraard ook diepe teleurstellingen omdat mensen waar je het wel van had
verwacht niks hebben laten horen) en het deed me goed dat er mensen uit
zichzelf naar me belde nadat ze het nieuws hadden gehoord. Maar toch vroeg ik
het me af: voelen deze mensen zich verplicht om te vragen hoe het gaat en te
vragen of ze iets kunnen doen, of menen ze het? Zou er iemand naast mijn ouders
zijn die intens verdrietig zou zijn als ik het niet zou overleven? Best wel
zware levensvragen voor iemand van 18 jaar.
Die vragen heb ik maar diep weggestopt en ben
maar van het beste uit gegaan. Daarom wil ik bij deze iedereen bedanken die de
afgelopen tijd aan me heeft gedacht en me op wat voor manier dan ook een
berichtje heeft gestuurd. Als ik iets heb geleerd dan is het wel wie mijn echte
vrienden zijn. Speciale dank aan Manon omdat ze alles voor mij heeft gedaan
terwijl we samen in Turkije zaten. We werden allebei gek, vijandig en chagrijnig
van het gebrek aan communicatie in het ziekenhuis, het geregel met de ANWB
alarmcentrale, de krakkemikkige rolstoel, mijn slechte krukkenmoves en de
trapjes in het hotel, maar toch hebben we het samen gered.
Het mooiste realisatiemomentje was nog wel dat
als we dit aankunnen, de rest van de wereld geen probleem meer is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten